Terug naar alle onderzoeken

Van data naar didactiek

Gepubliceerd op 29 juni 2013

Stichting Openbaar Onderwijs Groep (stichting OOG) is een bestuurlijk samenwerkingsverband tus­sen alle openbare basisscholen in de regio Brabant noordoost. Stichting OOG wilde weten hoe ver scholen zijn gevorderd bij de implementatie van de nieuwe werkwijze voor kwaliteitszorg van opbrengstgericht werken (Insula) en wat werkzame en minder werkzame factoren zijn. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn vier basisscho­len, die zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden, gedurende het schooljaar 2012­/2013 ge­volgd. Op drie momenten in het schooljaar zijn verschillende betrokkenen (directeur, IB’er, leerkrachten) in face­to­face interviews bevraagd naar hun werkwijze en ervaringen. Naast betrokkenen op de scholen is ge­sproken met medewerkers van Stichting OOG en een vertegenwoordiger van het kwaliteitszorgsysteem.

Vraagstelling

De volgende onderzoeksvragen zijn aan de orde geweest:

  1. Hoe gaan scholen te werk bij het analyseren en interpreteren van leeropbrengsten?
  2. Welke projecten en acties definiëren scholen en hoe voeren ze die uit?
  3. Hoe bewaken scholen de uitvoering van projectplannen en het nakomen van afspraken?
  4. Wat zijn volgens betrokkenen de resultaten van opbrengstgericht en projectmatig werken?
  5. Wat zijn belangrijke bouwstenen in het proces van opbrengstgericht werken?

Conclusie

De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek:

a) Brede betrokkenheid bij bespreking leeropbrengsten.

Bij de bespreking en interpretatie van leeropbrengsten ligt de focus op cognitieve leeropbrengsten en op hi­aten daarin. De scholen hebben geen heldere ambities ten aanzien van leeropbrengsten en richten zich nu vooral op de Inspectienormen. Wel beseffen scholen dat ze ook zelf (ambitieuze) doelen zouden moeten stellen.

b) Projectmatig werken aan verbetering van onderwijskwaliteit. 

Gebleken is dat drie van de vier scholen met een of meer projecten in het stadium zijn van het veranderen van hun aanpak. Op deze scho­len heeft het gericht kijken naar leeropbrengsten gevolgen voor (de planning van) het aanbod van leerstof, de aanpak (instructie en didactiek) en het leerkrachtgedrag.

c) Sturing (bewaking) op het proces is nodig. 

Het bestuur en alle betrokkenen op de scholen onderkennen het belang van sturing op het opbrengstgericht en projectmatig werken. Deze sturing is nodig volgens hen. De sturing krijgt op verschillende manieren vorm en wordt ondersteund door het kwaliteitszorgsysteem. Op één school pakt de directeur deze sturende rol veel minder en daardoor komt het opbrengstgericht wer­ken moeizaam op gang. Betrokkenen benadrukken dat de sturing een ontwikkelingsgericht karakter moet hebben en niet gebruikt moet worden om leerkrachten ergens op af te rekenen.

d) Opbrengstgericht werken draagt bij aan bewustwording en verbetering van het onderwijsleerproces. 

Betrokkenen noemen als voornaamste opbrengsten meer aandacht voor leeropbrengsten van leerlingen, bewustwording van het onderwijsleerproces en het eigen gedrag, een verbeterd aanbod en verbeterde aan­pak. Eén school voegt daaraan toe dat het ook goed is voor de teamvorming. Het is voor de meeste betrok­kenen lastig om in dit stadium aan te geven of het opbrengstgericht werken leidt tot betere leeropbreng­sten.

e) Cruciale bouwstenen voor opbrengstgericht werken in ontwikkeling.

Drie scholen hebben een heldere visie op onderwijs, maar verbinden deze niet met het opbrengstgericht werken. Geen van de scholen heeft ambities ten aanzien van leeropbrengsten. Wel weten scholen welke opbrengsten minimaal behaald moeten worden (Inspectienorm) en streven zij hiernaar. Op drie scholen is er duidelijk leiderschap gericht op het proces van opbrengstgericht en projectmatig werken. Op één school is die leidende rol niet duidelijk ingevuld, terwijl hier wel behoefte aan is. Op alle scholen is er een vorm van sturing op het onder­wijsproces en het leerkrachtgedrag. Dit gebeurt in de vorm van lesobservaties. Instrumenten vormen een derde bouwsteen. Kern hiervan is dat helder is welke gegevens scholen verzame­len over leerlingen, hoe ze dit doen en welke analyses ze maken. Binnen de Stichting zijn hier heldere afspraken over gemaakt.

Er zijn verschillende typen kennis en vaardigheden nodig om opbrengstgericht en projectmatig te werken. Betrokkenen in de scholen moeten deze kennis en vaardigheden nog ontwikkelen. Het gaat vooral om vaar­digheden op het gebied van het interpreteren van analyses en het formuleren van de juiste verbeteracties gericht op het onderwijsaanbod, de aanpak en het leerkrachtgedrag. De betrokkenen in de scholen benadrukken het belang van reen gezamenlijk leerproces in deze. Tot slot wijzen de scholen op het belang van een cultuur die zich kenmerkt door draagvlak voor opbrengst­gericht werken, een veilige en open sfeer, waarin mensen die kwetsbaar kunnen opstellen, fouten mogen maken en elkaar respecteren en vertrouwen en elkaar feedback kunnen geven en kunnen aanspreken. Op drie scholen is deze cultuur aanwezig. Op één school is dit niet het geval en dat levert problemen op voor het opbrengstgericht werken.