Terug naar alle onderzoeken
Jongeren en interactieve media
Jongeren lijken vandaag de dag een innige band met interactieve media te hebben. Benamingen zoals ‘Net generation’, ‘Digital Natives’ of ‘Einstein-generatie’ doen ons geloven dat alle jongeren vaardig en intensief gebruik maken van een breed scala aan interactieve media. Er is echter vrijwel geen empirisch bewijs voor deze karakterisering. Om op empirische basis uitspraken te kunnen doen over de relatie tussen jeugd, interactieve media en onderwijs, is door de auteurs van deze publicatie tussen oktober 2008 en februari 2009 onderzoek gedaan onder 2138 Nederlandse jongeren van 24 scholen. Het doel is een beschrijving van het gebruik van interactieve media onder jongeren en hun mening erover. Bij interactieve media gaat het om verschillende computergames en internet applicaties. In het onderzoek is niet alleen gekeken naar gedrag en meningen, maar is ook aandacht besteed aan de invloed van geslacht en opleidingsniveau op de gebruikerspatronen.
Vraagstelling
Zie publicatie
Conclusie
De publicatie ‘Web 2.0 als leermiddel’ (Kanters e.a., 2009), die eerder verscheen in de Kennisnet Onderzoeksreeks, geeft een overzicht van het gebruik van interactieve media door jongeren. In die publicatie blijkt op basis van literatuuronderzoek dat een aantal aannames over jongeren moeten worden genuanceerd. Jongeren blijken bijvoorbeeld veel minder vaardig in het gebruik van interactieve media dan vaak verondersteld. En er worden vraagtekens gezet bij het bestaan van de netgeneratie als één homogene groep. Het onderzoek in deze publicatie bouwt voort op deze inzichten. Het laat zien dat er grote diversiteit is onder jongeren in gebruik van interactieve media. Niet alleen bestaan er vier typen gebruik, maar we kunnen ook vier typen gebruikers onderscheiden. Over dat gebruik en deze gebruikers gaat deze publicatie.