Terug naar alle onderzoeken
Inzet ICT in het MBO een pilotonderzoek onder 13 erkende Middelbare Beroepsopleidingen
Op verzoek van stichting Kennisnet heeft Hogeschool Windesheim een pilot uitgevoerd binnen het Middelbaar Beroeps Onderwijs met als doel inzicht te verkrijgen in de wijze waarop docenten ICT inzetten in hun lessen, welke overwegingen docenten maken om ICT in te zetten en welke factoren op docent- en schoolniveau de integratie van ICT in de les beïnvloeden. De pilot heeft een drieledig doel:
- het opdoen van kennis over de ICT-bekwaamheid van docenten in het MBO;
- scholing van docenten-in-opleiding in hun ICT-bekwaamheid en onderzoeksvaardigheden;
- te verkennen of de gevolgde werkwijze een bijdrage levert aan de integratie van onderzoek, opleiding en de praktijk.
Door docenten-in-opleiding tot MBO-docent tijdens hun stage/werk data te laten verzamelen volgens een vastliggend stramien over het gebruik van ICT in het MBO-onderwijs en hen zelf hierop te laten reflecteren, is getracht aan de gestelde doelen een bijdrage te leveren. In het totaal deden 13 MBO-instellingen mee met in het totaal 70 docenten en 17 ICT-coördinatoren.
Vraagstelling
- Hoe integreren docenten die werkzaam zijn in het beroepsonderwijs onderwijs ICT in de lespraktijk;
- Vanuit welke overwegingen integreren docenten ICT in de lespraktijk;
- Welke factoren op docent- en schoolniveau beïnvloeden de integratie van ICT?
Conclusie
Terugkijkend op de onderzoeksvraag: “Hoe integreren docenten die werkzaam zijn in het beroepsonderwijs onderwijs ICT in de lespraktijk (1), vanuit welke overwegingen doen ze dat (2) en welke factoren op docent- en schoolniveau beïnvloeden de integratie van ICT(3)?” kunnen de volgende conclusies worden getrokken.
De resultaten laten zien dat docenten een voorkeur geven aan de traditionele middelen zoals presentatiesoftware in combinatie met het gebruik van de pc/laptop en beamer. De klassikale instructie en het zelfstandig laten werken van de leerlingen blijken als werkvorm het meest populair bij de docent waarbij ICT tevens wordt ingezet.
De voorkeursrol van de docent blijkt de stimuleerder/adviseur en instructeur (kennis overdragen) te zijn waarbij in deze rollen in meer dan de helft van de situaties ICT wordt gebruikt. De lessen zijn docent gestuurd; docenten bepalen de leeractiviteit. Ook hier wordt (in de helft van de situaties) ICT ingezet. Naast het observeren van de docenten is tevens met dezelfde docent een interview gehouden. Dit interview had als doel zicht te krijgen in hun overwegingen om ICT wel of niet in te zetten in de eigen lessituatie. Meer dan de helft van de docenten geeft aan de samenhang te zoeken tussen vakinhoud, didactiek en ICT (TPACK). De wijze waarop ICT het doel van de les/opdracht/handeling ondersteunt, wordt als meest belangrijk ervaren. Het redeneren over hoe ICT kan bijdragen aan de interactie (docent-student en student-student) en het curriculum scoren laag. Docenten geven aan goed op de hoogte te zijn van ICT-toepassingen, hoe deze ingezet kunnen worden om studenten inzicht te geven in hun vakgebied en hoe ICT -toepassingen de lesinhoud kunnen ondersteunen. Meer dan helft van de docenten geeft aan dat door het gebruik van ICT de studenten betere resultaten behalen. Driekwart van de docenten geeft aan het meest vertrouwen in ICT te hebben als didactisch hulpmiddel. De resultaten suggereren dat binnen de bekendheid van de ICT-middelen, de docent hierin een (soms bewuste, soms onbewuste) afweging maakt om ICT in de eigen les in te zetten en vertrouwen hebben in hun eigen kennis en kunde. Zowel de docenten als de ICT-coördinatoren hebben een enquête ingevuld om inzicht te krijgen in welke factoren op docenten schoolniveau de integratie van ICT beïnvloeden. Het aspect “ruimte om met ICT te experimenteren” wordt door de docenten minder hoog gescoord dan door de ICT- coördinatoren maar toch geeft bijna driekwart van de docenten aan deze ruimte te ervaren. Docenten ervaren weinig ondersteuning bij de uitvoering van ICT in het onderwijs in tegenstelling tot de perceptie van de ICT-coördinatoren die aangeven ondersteuning aan docenten te bieden. Tevens scoort het bespreken van ICT-gebruik in het (docenten)team laag. Docenten ervaren ruimte in de keuze om ICT in te zetten in de eigen les. Zowel docenten als ICT-coördinatoren geven aan de infrastructuur en de kennis en vaardigheden van de docent als prioritering van ICT-aandachtsgebieden te zien. Het onderzoek geeft dat aan het merendeel van de docenten zelf bepaalt wanneer en of ze ICT inzet in de les en dat er weinig tot geen overleg plaatsvindt over de inzet van ICT binnen de school en dat de rol van de leidinggevende(n) minimaal is.
Als tweede doel werd gesteld het “Vergroten van de didactische ICT-bekwaamheid en de onderzoekvaardigheden van docenten-in-opleiding tot docent beroepsonderwijs”. In hoeverre dit doel is behaald, kan niet concreet worden aangegeven. In deze pilot is geen direct onderzoek verricht naar de beginsituatie van de cursist ten aanzien van de ICT-bekwaamheid en onderzoekvaardigheden en de eindsituatie na het uitvoeren van de stageopdracht. Wel hebben de cursisten een evaluatie ingevuld en zijn er cursisten geweest die in hun eigen rapportage hebben aangegeven wat hun leerrendement was. Doordat de stageopdracht nu ingezet was als “zelf instruerend” hebben de cursisten het over het algemeen als pittig en tijdrovend ervaren om het onderzoek uit te voeren. Het mogen observeren van (aankomende) collegae werd als verrijkend ervaren; hierdoor konden ideeën worden gegenereerd over hoe zij zelf ook met ICT om kunnen gaan in de eigen les. Hier is nog winst te behalen voor de studenten van de LTB door voor, tijdens en na de stage opdracht intervisieachtige bijeenkomsten te organiseren met een reflecterend karakter.
De laatste doelstelling “het slaan van een brug tussen onderzoek, opleiding en praktijk” heeft een integratie opgeleverd in het curriculum van de Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs (LTB).
Vanaf schooljaar 2014/2015 verrichten studenten van het tweede leerjaar, zowel in de deeltijd als de voltijd variant, onderzoek in de vorm van een stageopdracht naar in de inzet van ICT in het beroepsonderwijs. In de pilot heeft door de cursist amper reflectie plaatsgevonden. De stageopdracht is daarom anders ingekaderd voor de studenten van de LTB. Van hen wordt verwacht dat zij reflecteren op hun gedrag ten aanzien van de eigen bevindingen van hun uitgevoerde onderzoek om vervolgens de daaruit voortkomende acties daadwerkelijk toe te passen.