Terug naar alle onderzoeken
Hoe interactief zijn webactiviteiten?
Tegenwoordig gebruiken docenten verschillende apparaten, bijvoorbeeld een beamer of beeldscherm om leerstofinhoud te presenteren, een digitaal administratiesysteem voor aanwezigheid en cijfers en e-mail om met collega’s te communiceren. Deze mogelijkheden hebben echter (nog) niet op grote schaal geleid tot wezenlijke veranderingen in de klas.
In de rapportage worden inzichten aangereikt uit een literatuurverkenning en uit een inventarisatie van webactiviteiten met betrekking tot collecties Science en Wiskunde in het voortgezet onderwijs. De rapportage laat zien hoe ICT ingezet kan worden om de mate van interactie in leerprocessen te verhogen met als uiteindelijk doel bij te dragen aan verbetering van de resultaten van leerlingen.
Vraagstelling
Welke ‘webactiviteiten’ (leeractiviteiten ondersteund met ICT) op het gebied van Science en Wiskunde dragen in het voortgezet onderwijs bij aan meer interactie in de klas?
Conclusie
De verwachting dat ICT bij kan dragen aan een verhoging van de mate van interactie in leerprocessen en daarmee bijdraagt aan een verbetering van de resultaten van leerlingen behoeft nuancering. Het merendeel van de voor het onderwijs beschikbare technologie heeft geen invloed op de mate van interactie in het leerproces. De inventarisatie laat zien dat de door de docent (of door de methode) gekozen webactiviteit en daarbinnen de gekozen tool bepalend is voor de mate van interactie in het leerproces. De technologie kan de mate van interactie zowel verhogen als verlagen. Vooral de remming van interactie bij het maken van concept maps valt op. Iets vergelijkbaars speelt mogelijk bij Science 3.5 een quiz of test maken waarbij het ook niet de quiz of test op zichzelf is die bij kan dragen aan een verhoging van de mate van interactiviteit, maar de discussie over de resultaten.
Docenten dienen zich ervan bewust te zijn dat technologie niet automatisch bijdraagt aan een verhoging van de mate van interactie. Het kunnen kiezen van de best passende ICT tool is een nieuwe vaardigheid voor veel docenten. De keus hierin is enorm. Didactisch hoeven docenten zich bij de integratie van ICT niet zoveel nieuwe vaardigheden eigen te maken. Webactiviteiten bevatten namelijk leeractiviteiten waarvan verondersteld mag worden dat docenten deze kunnen uitvoeren. Afhankelijk van persoonlijke voorkeur is een docent hierin al of niet vaardig.
Per vakgebied zijn er slechts enkele webactiviteiten waarbij de mate van interactie daadwerkelijk wordt beïnvloed door inzet van ICT. Dat betekent dat alleen bij inzet van deze webactiviteiten didactische aanpassingen noodzakelijk zijn. Webactiviteiten waarbij de tools geen invloed hebben op de mate van interactie vergen geen verandering in didactiek.
Schoolleiders dienen behoedzaam om te gaan met vooruitstrevende technologische push-strategieën. Leerlingen gaan niet vanzelf beter leren door hen te voorzien van tablets of laptops. Ze gaan pas beter leren met tablets of laptops als de docenten deze media didactisch effectief inzetten.
Uit de inventarisatie blijkt dat bij de volgende leeractiviteiten de mate van interactie kan worden verhoogd door inzet van ICT: Science 1.2 bijwonen presentatie of demonstratie, Science 1.5 bespreken, Science 1.6 deelnemen aan een simulatie, Science 2.5 verrichten metingen, Science 3.6 debatteren, Wiskunde 2.1 rekenen, Wiskunde 4.1 een demonstratie volgen/geven en Wiskunde 7.1 een les geven.
Door de inventarisatie is duidelijk geworden dat het merendeel van de voor het onderwijs beschikbare technologie niet bijdraagt aan het verhogen van de mate van didactische interactie in leerprocessen. De door de docenten gepercipieerde verhoging van interactiviteit met ICT beperkt zich meestal tot technische interactie.