Terug naar alle onderzoeken
Digitale leerlingvolgsystemen: een review van de effecten op leerprestaties
In vervolg op de in maart 2013 gepubliceerde studie ‘Digitale leerlingvolgsystemen als basis voor opbrengstgericht werken in het primair onderwijs’ heeft Universiteit Twente in opdracht van Kennisnet een 2e deelstudie verricht.
Steeds meer Nederlandse scholen gebruiken digitale leerlingvolgsystemen. Digitale leerlingvolgsystemen (DLVS-en) kunnen gedefinieerd worden als systemen waarmee leraren op basis van toetsresultaten feedback ontvangen over de resultaten van het aangeboden onderwijs, te denken valt bijvoorbeeld aan leerlingvolgsystemen. Leraren kunnen op basis van deze feedback hun instructie aanpassen, zodat het onderwijs afgestemd wordt op de specifieke leerbehoeften van leerlingen. Wanneer dat het geval is kan het benutten van een DLVS resulteren in hogere leerresultaten. In de 2e deelstudie zijn de resultaten van een meta-analyse beschreven waarin het verband tussen gebruik van DLVS-en hogere leerresultaten is onderzocht. Voor deze meta-analyse zijn wereldwijd alle beschikbare, kwalitatief sterke (experimentele)onderzoeken naar de effecten van DLVS-en geselecteerd en onderzocht. In de meta-analyse zijn 40 effecten opgenomen die afkomstig zijn uit vijftien verschillende onderzoeken. DLVS-en blijken positieve effecten op de leerprestaties te hebben.
Vraagstelling
- Wat is het effect van digitaal leerlingvolgsysteemgebruik door leraren op de prestaties van leerlingen?
- Welke factoren belemmeren dan wel bevorderen het beoogde effect van digitaal leerlingvolgsysteem-gebruik op leerprestaties?
Conclusie
In de onderzoeken waarin de interventie gericht was op het verhogen van de leerresultaten van kleine groepen leerlingen (de interventie was bijvoorbeeld gericht op een specifiek aantal leerlingen binnen een klas) is een statistisch significante effectgrootte van 0.4 gevonden. DLVS-gebruik resulteert in vergelijking met andere interventies die gericht zijn op kleine groepen leerlingen in een positief, en relatief groot effect op leerresultaten.
De volgende factoren blijken het beoogde effect van een DLVS op leerresultaten te bevorderen:
- een hoge feedbackfrequentie,
- systemen die naast feedback ook advies geven over de instructie en verwerkingsmethoden die passen bij de ontvangen feedback,
- een ondersteunende interventie die ten minste maandelijks plaatsvindt.
Meer in detail is het volgende geconcludeerd:
- DLVS-en die minimaal maandelijks feedback aan leraren geven hebben een grotere positieve invloed op de leerresultaten.
- DLVS-en die naast feedback ook advies geven over de instructie, en over de verwerkingsopdrachten die aansluiten bij de feedback, hebben een sterkere positieve invloed op de leerresultaten.
- Een goede interventie is mede bepalend voor het effect. Uit de analyses volgt dat de duur en omvang van de interventie van belang is. Korte intensieve interventies zijn waarschijnlijk succesvoller, omdat meer controle mogelijk is ten aanzien van de implementatie van het DLVS, maar de vraag is of de effecten blijvend zijn over de periode na de interventie. In de interventie zou daarnaast minimaal aandacht moeten zijn voor hoe leraren de ontvangen feedback kunnen vertalen naar de instructie.
- Het succes van een DLVS hangt waarschijnlijk af van een juiste combinatie van implementatiebevorderende factoren. Als de doelstelling van de interventie het verhogen van leerresultaten op schoolniveau is, dan zal het bijvoorbeeld belangrijker zijn dat schoolleiders en bestuurders betrokken worden bij de interventie. Wanneer het het doel is om individuele leerresultaten te verhogen in de klassen van geselecteerde leraren, dan is dit waarschijnlijk minder noodzakelijk.
- Het belang van de factoren ‘benchmarking’ en ‘het geven van feedback over groepsgemiddelden’ zal waarschijnlijk afhangen van de doelstelling, en de doelgroep en de focus van de interventie. Deze factoren vormen van feedback zullen bijvoorbeeld minder van belang zijn in interventies die plaatsvinden binnen het speciaal onderwijs waar de verschillen tussen leerlingen binnen de groep veel groter zullen zijn, en maar in beperkte mate kunnen worden vergeleken met landelijke gemiddelden. Deze factoren zullen meer van belang zijn wanneer het doel het verhogen van leerresultaten op school- en bestuursniveau is.